-
1 stukje bij beetje
-
2 stukje bij beetje
bit by bit, inch by inchVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > stukje bij beetje
-
3 stukje bij beetje
adv. bit by bit -
4 stukje
♦voorbeelden:iemand uitnodigen een stukje mee te eten • inviter qn. à manger un morceaueen stukje mee-eten • manger un morceau avec qn.een stukje meelopen • faire un bout de chemin avec qn.stukje bij beetje • petit à petit -
5 stukje
2 [kort verhaal/opstel] short piece♦voorbeelden:stukje bij beetje • bit by bit, inch by inch2 een stukje in de krant • a piece/bit in the paper -
6 исподволь
stukje bij beetje, van lieverlede, allengs -
7 grignoter
-
8 brin
brin [brẽ]〈m.〉2 takje ⇒ twijgje, loot3 beetje ⇒ stukje, ziertje♦voorbeelden:faire un brin de toilette • een kattenwasje doenil n'y a pas un brin de vent • er is geen zuchtje windbrin à brin • stukje bij beetjem1) halmpje, sprietje2) takje, twijgje3) rijs, haar [bezem]4) vezel [draad]5) beetje, greintje, zier -
9 by degrees
geleidelijkby degreesstukje bij beetje, gaandeweg -
10 degree
n. graad; mate; rang[ digrie:]♦voorbeelden:degree of latitude/longitude • breedte/lengtegraad1 mate ⇒ hoogte, graad, trap♦voorbeelden:1 degrees of ability/skill • niveaus van aanleg/vaardigheidto a high degree • tot op grote hoogtenot in the slightest degree • niet in het minstby degrees • stukje bij beetje, gaandewegto what degree • in hoeverre, tot op welke hoogte -
11 fil
fil [fiel]〈m.〉1 draad ⇒ vezel, lijn2 linnen3 garen♦voorbeelden:1 qui est au bout du fil? • wie is er aan de lijn?fil de fer • ijzerdraadfil de fer barbelé • prikkeldraadtenir les fils des marionnettes • de touwtjes in handen hebbenfils de la vierge • herfstdradenfil dentaire • flosscouper de droit fil • met de draad mee knippendonner du fil • het (hengel)snoer laten vierenle fil à plomb • het schietloodne tenir qu'à un fil • aan een zijden draadje hangenmince comme un fil • zo mager als een latjambes comme des fils de fer • spichtige benen4 perdre le fil (de ses idées) • de draad, de kluts kwijtrakenau fil de • in de loop vanêtre emporté au fil de l'eau • met de stroom mee gesleurd wordenau fil des jours • mettertijdfil conducteur • leidraadavoir un fil sur la langue • licht lispelendonner du fil à retordre à qn. • iemand veel last bezorgen, iemand heel wat te stellen gevenil n'a pas inventé le fil à couper le beurre • hij heeft het buskruit ook niet uitgevondende fil en aiguille • stukje bij beetje, geleidelijk, van het een op het andere komendm1) draad, lijn2) linnen3) garen4) verloop, opeenvolging5) scherpte [lemmet] -
12 pierre
pierre [pjer]〈v.〉1 steen ⇒ gesteente, rots♦voorbeelden:âge de (la) pierre • stenen tijdperkpierre à briquet • vuursteentjepierre à chaux • kalksteenpierre aux fées • reuzensteen, megalietpierre à feu, à fusil • vuursteenc'est une pierre dans ton jardin • die (opmerking) kun je in je zak stekenpierre à plâtre • gipspierre de taille • gehouwen steen, blok natuursteenpierre spéculaire • glimmer, spiegelsteenpierre tombale • grafsteenune pierre à aiguiser • een slijpsteenapporter sa pierre à l'édifice, à l'ouvrage • zijn steentje bijdragenfaire d'une pierre deux coups • twee vliegen in één klap slaanil gèle à pierre fendre • het vriest dat het kraaktjeter la (première) pierre à qn. • iemand de schuld gevenun jour à marquer d'une pierre blanche • een gedenkwaardige dagtomber comme une pierre • als een baksteen naar beneden vallenpierre à pierre • steen voor steen; stukje bij beetjede pierre • van steen, stenen 〈 ook figuurlijk〉un coeur de pierre • een hart van steenses traits s'étaient faits de pierre • zijn, haar gezicht stond strakdur comme une pierre, comme la pierre • keihard, bikkelhardpierre (précieuse) • edelsteenmalheureux comme les pierres (du chemin) • diep ongelukkig————————pierre (précieuse)f1) steen2) edelsteen -
13 sou
sou [soe]〈m.〉♦voorbeelden:manger ses quatre sous • zijn spaarcentjes opmaken〈 spreekwoord〉 un sou est un sou • wie het kleine niet eert, is het grote niet weerdça fait des sous • dat brengt geld in het laatjesucer qn. jusqu'au dernier sou • iemand tot op het bot uitzuigenêtre près de ses sous • op zijn centen zittenêtre fichu comme quatre sous • zeer armoedig gekleed gaan2 propre comme un sou neuf • kraakhelder, brandschoonde quatre sous • geen stuiver waardn'avoir pas un sou vaillant • geen rooie cent hebbenn'avoir pas le sou • geen rooie cent hebbenpas un sou de • geen greintjesou à sou, sou par sou • stukje bij beetjepas jaloux pour un sou • helemaal niet, alles behalve jaloerssans un sou • zonder een rooie centil n'est pas méchant pour deux sous • hij doet geen vlieg kwaadmduit, geld -
14 brin à brin
brin à brin -
15 de fil en aiguille
de fil en aiguillestukje bij beetje, geleidelijk, van het een op het andere komend -
16 pierre à pierre
pierre à pierresteen voor steen; stukje bij beetje -
17 sou à sou, sou par sou
sou à sou, sou par sou -
18 bit
n. bit (computers), binaire cijfer--------n. stukje; beetje; klein muntstuk; boor; bit (in de mond v.e. paard)[ bit]2 beetje ⇒ stukje, kleinigheid3 beetje ⇒ ogenblikje, momentje6 schaafijzer/beitel/mes♦voorbeelden:〈 informeel〉 a bit at a time • bij beetjes, stukje voor stukjethat was a bit much for me • dat was me wat te veel〈 informeel〉 bit by bit • bij beetjes, stukje voor stukjetear something to bits • iets in stukken/stukjes scheurennot a bit better • geen haar beternot a bit (of it) • helemaal niet(s), geen zierhe is a bit of a liar • hij is nogal een leugenaara bit of advice • een goede raada bit of news • een nieuwtje3 wait a bit! • wacht even!take the bit between its teeth • op hol slaan 〈 van paard〉; 〈 figuurlijk〉 (te) hard van stapel lopen -
19 driblet
См. также в других словарях:
Brot — 1. Abgeschnitten Brot hat keinen Herrn. Frz.: Pain coupé n a point de maître. 2. Alles Brot ist dem gesund, der hungert. 3. Alt Braut un drüge Holt helpen hushalten. (Westf.) 4. Alt Brot, alt Mehl, alt Holz und alter Wein sind Kleister. –… … Deutsches Sprichwörter-Lexikon